Deze week een 3-luik over creatief waarnemen – vandaag deel drie.
Voorwerpen, afbeeldingen, maar ook geluiden bijvoorbeeld hebben eigenschappen. Op basis van die eigenschappen kunnen we de voorwerpen (daar houd ik het even bij) classificeren en categoriseren. Vandaag gaan we daarmee aan de slag; eigenschappen zoeken en benoemen en die gebruiken om (telkens nieuwe) categorieën te maken. Dit is (1) creatief waarnemen en (2) werken met analogieën.
Lesidee: categorieën maken door eigenschappen te verkennen.
Voor deze activiteit heb je een grote hoeveelheid verschillende voorwerpjes nodig, in allerlei vormen, kleuren, texturen, toepassingen; voorwerpjes met een grote variatie in eigenschappen. Je kunt ook afbeeldingen gebruiken.
Ga in een kring zitten en leg de voorwerpen of afbeeldingen in het midden uitgespreid op de grond.
Leg kort uit wat analogieën zijn. Dat hoeft niet ingewikkeld te worden; ‘overeenkomsten – op basis van eigenschappen – is voldoende’. Laat zien hoe je met deze eigenschappen groepen kunt maken; zelfde kleur, zelfde toepassing, zelfde kleur én toepassing etc.
Vraag een kind om een voorwerp te pakken en een eigenschap van het voorwerp te benoemen. Bijv. “is van ijzer”. Vraag nu een ander kind oom ook een voorwerp van ijzer op te zoeken. Dit kunt u in een aantal varianten herhalen.
- Na verloop van tijd zijn de voor de hand liggende eigenschappen (kleur, vorm, functie e.d.) uitgeput.
- Help de kinderen om andere eigenschappen te ontdekken (gewicht, snelheid, geluid, land van herkomst, etc.).
- Zijn er eigenschappen die ieder voorwerp heeft? Of die geen enkel voorwerp heeft?
- Uiteindelijk zoekt u samen naar eigenschappen die niet direct aan de voorwerpen gekoppeld zijn, een flinke dosis fantasie wordt hierbij uiteraard aangemoedigd: voorwerpen die van een koning geweest zijn, voorwerpen die vrolijk zijn, voorwerpen die… (er ontstaan verhalen)
- Geef ieder kind twee voorwerpen en vraag om daar een kort verhaal of een tweegesprek tussen de voorwerpen bij te verzinnen (cartoonstrip à la VPRO achterwerk).
Koppelingen met creatief waarnemen, analogieën, rekenen/wiskunde, alternatieven zoeken, taal, tekenen