De 3e variabele

Toen ik klein was kreeg ik van mijn moeder een klein boekje met als titel “Wiskunde”, of in ieder geval nam het woord “wiskunde” een prominente plaats in op de omslag. Het boekje legde allerlei wiskundige principes uit en hoe je die in het dagelijks leven tegenkomt of gebruikt. Er zijn mij twee dingen uit bijgebleven:

  • Van gouden horloges krijg je een hartaanval, en…
  • bij het oversteken van een straat gebruik je trigonometrie op hoog niveau (ten minste, als je veilig aan de overkant komt).

Over het eerste gaan we het vandaag hebben de andere bewering laat ik ter overdenking aan de lezer over.

Van gouden horloges krijgt je een hartaanval…

Onzin natuurlijk, of toch? Statistieken wezen aan – zo herinner ik me de tekst – dat een significant deel van het aantal mensen dat een hartaanval krijgt een gouden horloge draagt. Er lijkt een verband te zijn. En dat is er ook, maar het is géén oorzakelijk verband. Van gouden horloges krijg je geen hartaanval en andersom krijg je van een hartaanval geen gouden horloge. Er is een zogenaamde 3e variabele aan het werk, namelijk welvaart. Welvaart zorgt ervoor dat mensen genoeg geld hebben voor gouden horloges én om veel te (veel te) eten namelijk.

Nu kun je argumenteren dat je van welvaart niet noodzakelijk dik wordt, en daar is veel voor te zeggen, maar zo stond het in dat boekje. Punt van aandacht was dat je met gebruik van statistieken – mits slim beargumenteerd – de boel aardig voor de mal kunt houden.

Lesidee: Spelen met oorzakelijkheid

Vandaag gaan we een stapje verder met het vorige lesidee over de Ig-Nobelprijs. Je weet wel, die pseudo-Nobelprijs voor vreemd onderzoek, waar je eerst om moet lachen en dat je daarna aan het denken zet.

Een verband
Bespreek eerst in eenvoudige termen oorzaak en gevolg. Onderzoek voorbeelden. Handig is om voorbeelden te nemen van verschijnselen die altijd samen plaats vinden en daardoor een (oorzakelijk) verband lijken te hebben. Zon komt op + het is licht. Het flitst + er volgt een donder. Ik sta af te wassen + mijn broer zit op het toilet.
Laat de kinderen zelf dergelijke samenvallende gebeurtenissen bedenken.

Causaal verband
Laat de kinderen spelen met en nadenken over oorzaak een gevolg: Het wordt licht omdat de zon opkomt. Kan dat ook andersom? Komt de zon op omdat het licht wordt? Wat zouden daar de gevolgen van zijn? Kijk, daar komen we het domein van de vrije fantasie binnen én dat van wetenschappelijk onderzoek. Grappig niet? Dat die zoveel met elkaar te maken hebben.

De 3e variabele
Neem daarna een stap naar de 3e variabele. De 3e variabele is dus die factor die in een schijnbaar oorzakelijke relatie verborgen blijft, en zonder dat we dit beseffen de werkelijke oorzaak is van het waargenomen effect of zelfs de oorzaak van beide waargenomen gebeurtenissen. Bent u er nog?

Meer formeel: Gebeurtenis X vind plaatst samen met gebeurtenis Y. Er is blijkbaar een verband (correlatie). X veroorzaakt Y (of andersom). Experiment moet aantonen of dit zo is, of dat er wellicht een – verborgen – oorzaak, gebeurtenis Z bestaat die zowel X als Y veroorzaakt en zo de illusie wekt dat X en Y oorzakelijk aan elkaar verbonden zijn.

Laat de kinderen met de oorzaak- en gevolgbeweringen die ze hiervoor hebben verzonnen en gebruikt op zoek gaan naar (on)mogelijke – en fantastische – 3e variabelen.

Mocht je verlegen zitten om beweringen, laat je dan hier opwarmen…

  • De motor van de auto draait, er komen uitlaatgassen uit de uitlaat.
  • Een kip zit op een ei, er komt een kuiken uit.
  • Je drukt op de afstandsbediening, de TV zapt naar een ander kanaal.
  • De wereld draait rond, er is dag en nacht.
  • Je eet, je honger wordt gestild.
  • Het is lente, de bomen staan in bloei.
  • Je stap op iemands tenen, iemand schreeuwt “auw!”
  • Het is winter, het sneeuwt.
  • Een appel ligt lang op de fruitschaal, de appel rimpelt en begint te rotten.
  • Uri Geller wrijft over een lepel, de lepel buigt.

Verzin hier maar eens 3e variabelen bij!

Kritisch denken

Het is belangrijk dat kinderen leren dat er zoiets kan bestaan als een derde variabele. Het helpt bij het ontwikkelen van een kritische denkhouding, ook dat hoort bij creativiteit. We kunnen wel allemaal fantastische, gloednieuwe ideeën hebben, maar uiteindelijk moet het allemaal wel iets toevoegen en getoetst worden aan de realiteit en haalbaarheid van  alledag.

Bijsluiter

Ik spreek af en toe leerkrachten die moeite hebben met dergelijk oefeningen. Zij zijn bang dat kinderen de grens tussen de werkelijkheid en de fantasie uit het oog verliezen en daardoor onware dingen onthouden als waar. Ik kreeg ook als tip van een van die leerkrachten om tijdens een les als deze een speciaal symbool of ritueel te gebruiken waardoor kinderen begrijpen dat “de waarheid” tijdelijk geweld mag worden aangedaan.

Beeldbronnen: waarschuwing – jrmedium.punt.nl; electrische schakeling – gloeidraad.nl; ontdek-speeltoestel – hetspeelhuyskampen.nl; back to the future -telegraaf.nl

Over davidvdkooij

Passie voor Creatief Denken en Onderwijs.
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op De 3e variabele

  1. appie b. broek zegt:

    ‘Passie voor Creatief Denken en Onderwijs’ het zijn onderwerpen die ook mij aanspreken en meen ik, als ‘ervaringsdeskundige’ hier wel iets van af te weten. M’n ouders hebben heel wat te stellen gehad met dat jongetje dat wel kon maar niet wilde leren! Ja, men zou kunnen zeggen ‘te creatief’ en zaken die daarmee samenhangen zoals ‘eigenwijs’ en ‘eigenzinnig, die het ‘leerlingschap’ maar al te vaak in de weg stonden. M.a.w. men moet de negatieve effecten van ‘creativiteit’ ook durven te benoemen opdat men de positieve kanten gaat onderkennen.

    Want, en dat ‘idee’ wordt steeds sterker, de ‘gemeenschap’ heeft steeds meer van dergelijke individuen nodig, zgn. ‘ballondoorprikkers’, die lak hebben aan status en de dingen bij de naam
    durven te noemen. Denk aan Rene van der Gijp of wijlen Rijk de Gooijer!

    Zij hanteren een eigen logica en daarom ‘zien’ zij dingen die anderen niet zien!

    In onze van ‘hokjes’ en ‘overlegstructuren’ vergeven samenleving komt men ze niet tegen, en vandaar dat we er niet best voorstaan!

    Nog even over dat onderwijs, het zou een uitdaging zijn om juist deze capaciteiten te onderkennen en er, in samenwerking met bijv. het bedrijfsleven, toepassingsmogelijkheden voor te vinden.

  2. Pingback: Wat nou, na-apen?! Na-mensen zul je bedoelen! | vindingrijk

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s