Denk eens aan analogieën

AfdrukkenIk lees momenteel ‘Analogie’ van Douglas Hofstadter (Gödel, Escher, Bach, weet u nog?) en Emmanuel Sander. De ondertitel: ‘De kern van ons denken’. Mensen die mij een beetje gevolgd hebben begrijpen dat ik een boek met zo’n titel niet kan versmaden. De stelling waar het boek om draait is dat al ons denken van het meest concrete tot het meest abstracte niveau gestructureerd en gevormd wordt door analogieën en categorieën.

analogie4 analogie2 analogie1 analogie3

 

 

 

 

Aristoteles (Was het Aristoteles? In ieder geval een filosoof uit de antieke wereld) placht al te zeggen dat wie de analogie beheerst de wereld beheerst. Hij formuleerde ‘associatiewetten’ waarin hij liet zien hoe wij associaties (of analogieën, zo je wilt) maken op basis van karakteristiek gekenmerkte groepen (noem het categorieën): op basis van kleur, vorm of causaliteit bijvoorbeeld. Op veel voorkomende analogieën en categorieën plakken we een etiket: rood, stoel, bijdehand gedrag, noem maar op. 

De schrijvers van Analogie zien overal analogieën. Waar wij doorgaans analogieën associëren met verrassende en opvallende vergelijkingen betogen zij dat het om een glijdende schaal gaat die van heel alledaags en concreet (‘stoelen’) tot abstract (‘oneindigheid’) tot vreemd of absurd gaat (‘alle mensen – ter wereld – die op mijn laatste verjaardag geniest hebben’).

Ook laten zij zien hoe we bijna ongemerkt (want het is alledaags) en permanent vluchtige analogieën zoeken, vinden en gebruiken om te denken en onze gedachten over te brengen (Je krijgt een parkeerbon en onwillekeurig komen situaties die je in je leven hebt meegemaakt ‘waarin je straf heb gekregen en daar kwaad om was’ bij je naar boven). En even snel is die categorie weer uit je gedachten verdwenen.

Zo zijn er heel veel analogieën en categorieën die we wel als zodanig herkennen maar waar we geen standaard etiket voor hebben, geen woord of uitdrukking die de categorie aan kan duiden in dagelijks denken en conversatie. Je vindt ze niet in de Dikke van Dale, in spreekwoordenboeken ontbreken ze.

Hier een paar voorbeelden van categorieën waarvoor – naar mijn weten – geen aparte woorden bestaan:

  • Rode stoelen.
  • Lelijke schilderijen.
  • Struikelen over een stoeprand.
  • Geheimen die je deelt met Sandeman.
  • Het gevoel dat je krijgt als de snoek die je binnenhaalt van de haak schiet.
  • Deuren die klemmen omdat een huis is verzakt.
  • Computers die met een virus besmet zijn.
  • Foto’s van iemand anders die je als ‘Selfie’ gebruikt.
  • En ‘ga zo maar door’-situaties.

We zijn dan in het domein van de creatieve analogieën beland en daarmee bij Vindingrijk. En dus kom ik naast bovenstaande leestip met een lesideetje, dat je overigens zelf een beetje didactisch en organisatorisch moet uitwerken:

Nieuwe categorieën verzinnen en etiketteren

Leg je leerlingen op passend niveau uit wat categorieën zijn en hoe die benoemd worden of dat niet zijn. Je kunt als voorbeelden woorden noemen die pas onlangs aan ons taalgebruik zijn toegevoegd: juichpak, waxinelichthoudergooier, tweet, twaiku (een getwitterde Haiku) etc. Geef dan de volgende opdracht:

Verzin categorieën (bijvoorbeeld: (veel voorkomende) situaties of subcategorieën van tastbare voorwerpen) waarvoor geen specifieke woorden bestaan. Schrijf ze op het bord of op stroken papier die in een hoge hoed gaan. Laat de kinderen woorden (enkele en/of samengestelde) verzinnen voor deze categorieën. Verzamel de resultaten in een ‘nieuwe woorden-woordenboek.

Lees ook nog eens het artikel ‘creatief denken bestaat niet‘ op deze blog.

Over davidvdkooij

Passie voor Creatief Denken en Onderwijs.
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s